zaterdag 10 juni 2017

Blowin’ in the wind

Er zijn zo van die liedjes die je doen twijfelen of de zanger ook daadwerkelijk de auteur is. Als ik Blowin’ in the wind van Bob Dylan hoor, moet ik altijd even nadenken of hij het nu zelfs geschreven heeft of niet. Het lijkt me eerder op een Amerikaanse folksong dan op een typisch nummer uit het Dylan repertoire.

Sommigen twijfelen er nog steeds aan of Blowin’ in the wind wel oorspronkelijk van hem is. Verhalen deden de ronde dat Dylan het liedje afkocht van Lorre Wyatt, een student economie, die zijn liedje Freedom is blowing in the wind voor 1000 dollar aan Dylan doorspeelde. Jaren later zou Wyatt toegeven dat hij dat verhaal verzonnen had. Niemand twijfelt er echter nog aan dat Dylan de melodie baseerde op de oude negrospiritual No more auction block for me, maar de woorden zijn wel degelijk van Dylan himself zoals hij ze de 16 april 1962 in een koffiehuis in Greenwich neerpende en het diezelfde avond livezong. Hiervan bestaat een bootleg versie. Dylan kon met zijn eigen oren horen dat het publiek het fantastisch vond en hij wist dat hij met Blowin’ in the wind zijn eerste klassieker te pakken had. Die eerste versie werd nadien uitgebreid met een derde strofe.



Dylan kenners beweerden toen al deze song Dylan tot in lengte van dagen zal overleven en over honderd jaar nog gezongen zal worden. De tekst is niet tijdsgebonden ook al klinkt die zoals een protestsong, het is een lied van alle tijden. Het nummer ging stilaan een eigen leven leiden. Het dook op zowel als een protest- als een popsong. Het kon beide kanten uit. Zowat iedereen nam het in zijn repertoire op: folkzangers, country- artiesten, cabarettiers, orkesten, beatgroepen tot en met The New Seekers toe en dat wilde toen toch wat zeggen.

De 9de juli 1962 duikt Dylan de Columbia Recording Studio’s in New York City in om Blowin’ in the wind op te nemen. Producer van dienst is John H. Hammond. Dylan had voordien al twee dagen in de studio gespendeerd aan het inblikken van een aantal liedjes voor zijn tweede album. Het is dan net uit met zijn lief en Dylan voelt zich zo belabberd dat hij zijn elpee Bob Dylan’s Blues wil noemen naar een van de liedjes die hij die dag opneemt, maar hij laat die idee nadien schieten. De uiteindelijke titel van het album wordt The freewheelin’ Bob Dylan. In het totaal neemt Dylan die 9de juli zeven liedjes op waarvan Blowin’ in the wind het derde is. Aan drie takes heeft hij genoeg. Van die opnamesessie worden uiteindelijk vier songs weerhouden voor de uiteindelijke release op elpee, waaronder uiteraard Blowin’ in the wind. Dylan beweerde later dat hij maar tien minuten nodig had om Blowin’ in the wind op papier uit te werken.

In de maand augustus beslist Dylan’s platenmaatschappij Blowin’ in the wind op single uit te brengen met op de b-kant Don’t think twice it’s all right. Het nummer wordt geen hit in zijn versie, maar was wel iets eerder een succes in de singleversie van Peter, Paul and Mary die het in de maand juni van 1963 op single hadden gezet nadat het eerst was opgenomen door The Chad Mitchell Trio, maar hun maatschappij wou het toch niet uitbrengen omdat ze de tekst te storend vonden. Dylan’s manager Albert Grossman speelt het dan maar door aan het trio Peter, Paul and Mary waarvan hij ook de manager is. De 17de augustus 1963 staan Peter, Paul and Mary op twee in de Amerikaanse top honderd. In nog geen week tijd verkopen ze méér dan driehonderduizend exemplaren van Blowin’ in the wind, meer dan één miljoen in het totaal. Dat leverde Dylan dat jaar alleen al méér dan vijfduizend dollar aan auteursrechten op en dat voor dat ene liedje.

De legendarische soulzanger Sam Cooke was zo geraakt door Blowin’ in the wind dat hij het in 1964 tijdens zijn show Live at the Copacabana zong. Hijzelf schrijft een soort antwoord op Blowin’ in the wind als hij de 24ste januari van dat jaar A change is gonna come opneemt.



Het aantal covers van Blowin’ in the wind keurig opsommen is onbegonnen werk. We onthouden ondermeer de versies van The Hollies, Marianne Faitfull, The Seekers, Neil Young, Bruce Springsteen, Elvis Presley, John Fogerty, Marlène Dietrich, Giulio Rapetti en Hugues Auffray. Opmerkelijk is die van saxofonist Stan Getz als b-kant van The girl from Ipanema met Astrud Gilberto, uitgebracht in 1964. Nog meer instrumentale versies zouden er volgen door onder andere Chet Atkins, The London Philharmonic Orchestra, Duane Eddy en Duke Ellington.