dinsdag 20 juni 2017

Rory Storm

Rory Storm was een tragische figuur. Hij die als eerste in The Cavern in Liverpool speelde, zag onder meer ene Harry Webb als Cliff Richard hoge ogen gooien en The Beatles de wereld veroveren.

Rory Storm (7 januari 1938 – 28 september 1972) was de leider van Rory Storm and The Hurricanes, een populaire Engelse band opgericht in het begin van de jaren ’60. Achteraf bezien is drummer Ringo Starr (echte naam Richard Starkey, geb. 7 juli 1940) de bekendste persoon in de band.

De Hurricanes waren een van de meest populaire acts van Liverpool  en even later ook in Hamburg. Opnames schijnen minder gelukt te zijn. Al bij al nam de groep twee singeltjes op, o.m. een versie van het West Side Story nummer “America”, geproduceerd door Brian Epstein.



Rory Storm was de artiestennaam voor Alan Caldwell,  geboren op 21 september 1939, in Oakhill Park Estate, Stoneycroft, Liverpool, zoon van Ernie en Violet Caldwell. Zijn vader was glazenwasser van beroep, en part-time portier bij het Broadgreen ziekenhuis. Hij zong vaak liedjes voor de patiënten. Rory had een zus,  Iris Caldwell. Zij was later het vriendinnetje van zowel  George Harrison, toen ze 12 was, en van Paul McCartney , toen ze 17 was.  Iris trouwde later met Shane Fenton, later bekend als Alvin Stardust.

Buiten muziek was Storm geïnteresseerd in sport, vooral atletiek. Hij liep voor de Pembroke Harriers (een amateur team uit Liverpool), en was zelfs op een bepaald moment recordman voor de club voor de 3000 m steeple. In plaats van naar huis te rijden na de concerten in Liverpool gaf Rory er de  voorkeur aan  om naar huis te lopen.

Hij speelde ook regelmatig voetbal, en was een goede schaatser en zwemmer.  Hij was de kapitein van het  Mersey Beat magazine voetbalteam, genaamd de Mersey Beat XI.

Storm werd geboren met een spraakgebrek, hij stotterde. Op zijn zang had dit echter geen invloed. Hij werd katoenverkoper (net als Jim McCartney, Paul McCartney’s vader, tot wanneer de muziek hem te pakken had.

Storm’s eerste naam voor de groep was “Dracula and the Werewolves “, maar hij opteerde uiteindelijk voor  “Al Caldwell’s Texans”.  Alan Caldwell  speelde voor het eerst in de “Morgue Skiffle Club” op 13 maart 1958. Hier speelden op dinsdag namiddagen andere skiffle groepen zoals  The Quarrymen ( later “The Beatles”).  Na klachten over lawaai sloot de politie de club op 1 april 1958. Storm heropende de club op 22 april 1958. Het was in de Morgan Skiffle Club dat George Harrison auditie deed voor The Quarrymen. Hij speelde “Guitar Boogie Shuffle” van Bert Weedon.  Harrison vroeg ook aan Storm of hij bij zijn groep ùocht. Storms moeder echter weigerde. Ze vond Harrison te jong.]

Op 11 april 1958 ging Storm naar Londen om er deel te nemen aan een cross-country running. Tijdens zijn verblijf, nam hij deel aan een jamsessie in Chas McDevitt’s Skiffle Kelder. Dit resulteerde in een optreden voor het Skiffle Program van Radio Luxemburgs op 30 april 1958 waar Rory  “The Midnight Special” zong.



De groep bestond toen uit hemzelf, Paul Murphy, en Johnny “Guitar” Byrne op gitaar en zang, Reg Hale (wasbord) en Jeff Truman (thee-kist bas). “Spud” Ward, een voormalig lid van The Swinging Blue Jeans, zou later basgitaar spelen. Storm leerde Ringo Starr kennen op een talentenjacht, “6.5 Special”.  Starr had eerder gespeeld met de Eddie Clayton Skiffle Group en werd vervolgens drummer bij een groep  genaamd “Darktown Skiffle”. Het eerste concert van Starr met Storm was op 25 maart 1959, op de Mardi Gras in Mount Pleasant, Liverpool.

Storm veranderde de naam van de groep in “Al Storm and The Hurricanes”, dan “Jett Storm and The Hurricanes”, en uiteindelijk in “Rory Storm and The Hurricanes”.

De originele line-up was Storm, Byrne, Ty Brian, Lu Walters (b. Walter Eymond) en Ringo Starr.  Storm en The Hurricanes deden mee aan “Search for the Stars” een zangwedstrijd in het Liverpool Empire Theatre op 11 oktober 1959. Ze werden tweede.

De line-up van The Hurricanes stond nu vast : Storm (zang), Byrne (slaggitaar), Ty (Charles) O’Brien (gitaar ), Walters (basgitaar / zang), en “Ritchie Starkey” (later “Ringo Starr, ‘drums).

De groep speelde in de Cavern Club met de Cy Laurie Jazz Band op zondag 2 januari 1960, en een week later speelden zij met The Saints Jazz Band en Terry Lightfoot’s New Orleans Jazz Band.

Rock ‘n’ roll muziek was toen echter een probleem in de Cavern Club. De klanten noch het management hadden het hierop begrepen. Toen Storm met zijn Hurricanes optrad op 17 januari 1960, samen met Micky Ashman’s Jazz Band en de Swinging Blue Jeans, was hun eerste nummer “Cumberland Gap” (een skiffle song) van Lonnie Donegan. Wat volgde was echter  “Whole Lotta Shakin ‘Goin On” van Jerry Lee Lewis. Het jazz en skiffle publiek was verontwaardigd. Ze werden uitgejouwd en het publiek wierp als afkeuring koperen munten naar de groep. The Cavern manager Ray McFall gaf hen een boete van zes shilling, maar de munten verzameld op de stagevloer waren heel wat meer waard.

Storm en The Hurricanes speelden vervolgens in het Liverpool stadion op 3 mei 1960. Ze deelden e affiche met Gene Vincent.  Larry Parnes raakte geïnteresseerd in de Hurricanes en nodigde hen uit in de Wyvern Club voor een auditie als begeleidingsgroep voor Billy Fury. Storm ging naar de auditie, maar alleen maar om zijn kop te hebben op de foto met Fury.

In juli 1960 krijgt de groep een vaste stek in Butlins vakantiekamp in Pwllheli ( the Rock Calypso Ballroom) voor £ 25 per week.  Starr twijfelde over het al of niet opgeven van zijn job bij Henry Hunt, waar hij klimrekken voor scholen maakte. Dan kwam Storm met het idee van een  “Starr-time” (een solo-spot) voor Ringo Starr. Hij zou een drumsolo geven en liedjes zoals “Boys” van de Shirelles zingen. Starr ging voor de bijl vooral nadat Storm hem vertelde hoeveel vrouwen hij zo kon versieren.  Het was rond die tijd dat Starr (die bekend was als “Ritchie” tot dan toe) zijn naam veranderde in “Ringo”. (Lennon weigerde steevast om te werken in vakantiekampen, zoals Butlins, ook al waren ze goed betaald, zeggende: “It would be like playing in Belsen”)

Uiteindelijk werd de groep benaderd door Allan Williams, die wilde dat ze naar Hamburg gingen. Derry and the Seniors (de eerste Liverpool band in Hamburg) deden het goed in Hamburg maar Williams wilde een extra groep. Daar Storm en de groep goed verdienden op Butlins, weigerden ze het aanbod, net als Gerry & The Pacemakers trouwens. Williams stuurden dan maar de Beatles naar Hamburg.

Na het einde van het zomerseizoen begin oktober 1960, waren Storm en The Hurricanes vrij om naar Hamburg te trekken als vervanging va,n Derry and the Seniors in de Kaiserkeller. Ze kwamen in Hamburg aan op 1 oktober 1960, Ze werde uiteindelijk meer betaald dan de Seniors of The Beatles.  Ze speelden vijf of zes sets  van 40 minuten elke dag afgewisseld met The Beatles.

Een typische set van 40 minuten was toen :

‘Brand New Cadillac’ Rory (vocals). Vince Taylor & the Playboys.
‘Roll Over Beethoven’ Rory (vocals). Chuck Berry.
‘I’ll Be Your Hero’ Rory (vocals). Vince Taylor & the Playboys.
‘Beautiful Dreamer’ Lou (vocals). Tony Orlando.
‘Since You Broke My Heart’ Lou/Johnny Guitar (vocals). The Everly Brothers.
‘America’ Rory (vocals). ‘West Side Story.’
‘Danny’ Rory (vocals). Marty Wilde.
‘Green Onions’ Johnny Guitar. Booker T & the MG’s.
‘Down The Line’ Rory (vocals). Jerry Lee Lewis.
‘Whole Lotta Shakin’ Goin’ On’ Rory (vocals). Jerry Lee Lewis.

Het podium van de Kaiserkeller was gemaakt van houten planken liggend op bierkratten. Beide groepen sloten weddenscahppen af om te zien wie er het eerst zou doorzakken. Het zakte uiteindelijk door toen Rory tijdens “Blue Suede Shoes” op de piano sprong.



Tijdens hun acht weken durende verblijf regelde Williams een opname sessie in de Akoustik Studio, op de vijfde verdieping van 57 Kirchenalle (Het Klockmann-House) op zaterdag 18 oktober 1960.

Williams vroeg Lennon, McCartney en Harrison van The Beatles om te spelen en harmonie te zingen voor Walters (van The Hurricanes). Pete Best (The Beatles ‘gewone drummer op het moment)was gaan drumsticks kopen in de stad zodat Ringo Starr drumde.  Dit was de eerste echte Lennon, McCartney, Harrison en Starr opname. Zze namen drie nummers op :. “Fever”, “September Song” en “Summertime”

Terug in Liverpool overwoog Ringo Starr om Storm te verlaten en over te stappen naar Derry and The Seniors. Toen kwam er een aanbod van Tony Sheridan in de Top Tien Club, en daar deze meer betaalde ging Ringo naar Tony Sheridan.  Starr’s verblijf bij Sheridan was van korte duur  omdat hij vond Sheridan’s gewoonte om van setlist te veranderen zonder dat te vertellen aan zijn begeleidingsgroep nogal frustrerend werkte.



Ringo Starr ging terug naar de Hurricanes.  Op 5 februari 1962 was Pete Best ziek en The Beatles hadden  een lunchconcert te spelen in de Cavern en een avond concert in de Kingsway club in Southport. Vermits die dag The Hurricanes geen concert hadden was Starr vrij en speelde hij met the Beatles mee.

Tijdens een Hurricanes residentie in Butlins, reden Lennon en McCartney van Liverpool naar Skegness  op 15 augustus 1962, om Starr vragen zich bij The Beatles te voegen.
Kort daarvoor had Starr ermee ingestemd om zich bij Kingsize Taylor in Hamburg te voegen. Die betaalde namelijk  20 pond per week. Maar Lennon en McCartney boden 25 pond per week, en dus was Ringo verkocht.

Lennon en McCartney boden Storm nog aan de drummers te wisselen ( Best voor Starr) maar Best wilde niet.

Volgens Epstein in zijn autobiografie, was Storm : “One of the liveliest and most likeable young men on the scene … was very annoyed when Ringo left and he complained to me. I apologised, and Rory, with immense good humour said, ‘Okay. Forget it. The best of luck to the lot of you'”.

The Hurricanes zouden dan bekend worden voor hun eindeloze rij drummers waaronder Gibson Kemp, Brian Johnson, John Morrison, Keef Hartley (augustus 1963) Ian Breed, en Trevor Morais.

Ondanks het feit dat Starr nu bij The Beatles was zouden beide groepen noch dikwijls op de zelfde affice staan. Zo o.m. in 1962 voor St Patrick’s Night Rock Gala (Knotty Ash Village Hall) Queen’s Hall (Widnes) en met Little Richard in de Tower Ballroom.

Wanneer Storm professional werd veranderde hij zijn naam in Rory Storm. Het huis van zijn familie noemde hij “Stormsville”. Storm stond bekend om zijn extravagante kleren die hij droeg en zijn auto’s, zoals zijn roze Vauxhall Cresta.

Bij zijn optredens droeg Rory steevast een roze pak en roze stropdas, en tijdens de concerten kamde hij zijn blonde haar met een oversized kam.

Storm gebruikte af en toe een aap tijdens optredens van de groep. Tijdens een optreden  in het New Brighton zwembad  voor 1.600 mensen in 1963 klom Storm naar de top duikplank, kleedde zich uit en dook in het water aan het einde van een nummer.  In januari 1964, tijdens een optreden in het Majestic Ballroom , Birkenhead, klom hij op een van de kolommen die het balkon ondersteunden  maar gleed uit en viel zo’n 9m naar beneden. Hij brak zijn been. In Brighton klom Storm op het dak maar viel hij door een glazen koepel.

Storm en The Hurricanes kreeg de meeste stemmen in de eerste Mersey Beat magazine poll, maar er werd gesjoemeld. Een groot aantal stemmen werden ongeldig verklaard omdat zij  uitgebracht waren in dezelfde plaats op hetzelfde moment, en geschreven in groene inkt. (Hoewel nooit bewezen, werd gedacht dat Storm zelf de stemmen plaatste).  Dit betekende dat The Beatles de hoogste positie bereikten en dat The Hurricanes slechts vierde werden, hoewel The Beatles ook bekenden dat ze zelf  extra stemmen hadden geplaatst. Storm werd vaak gefotografeerd voor het magazine, onder meer omringd door verpleegsters  toen hij het ziekenhuis verliet na een gebroken been tijdens een optreden.

In 1967 stortte O’Brien in op het podium tijdens een optreden en overleed als gevolg van complicaties na een blindedarm operatie. Hij was 26.  Storm was danig onder de indruk dat hij The Hurricanes ontbond en disc jockey werd. Hij werkte bij de Silver Blades Ice Rink in Liverpool, in Benidorm (hij was er ook water-skileraar) in Jersey en Amsterdam.

Toen Storm’s vader overleed, keerde hij terug van Amsterdam naar Liverpool om bij zijn moeder  te zijn.

Storm ontwikkelde een infectie van de luchtwegen en kon niet goed slapen. Hij nam slaappillen.

Op 28 september 1972 werden Storm en zijn moeder beiden dood gevonden in “Stormsville”.

Uit het post-mortem onderzoek bleek dat Storm alcohol en slaappillen had in zijn bloed (zoals zijn moeder), maar niet genoeg om zijn dood te verklaren.

Het kon niet worden bewezen dat zijn moeder zelfmoord had gepleegd nadat ze het levenloze lichaam vondt van haar zoon.

De begrafenis voor Storm en zijn moeder was in de Oakvale Congregational Church, Broadgreen, op 19 oktober 1972. Rouwenden zong Storm’s favoriete liedje, “You’ll never walk alone”. De twee kisten werden naar de crematie (op Anfield Crematorium) gedragen door de voormalige bandleden.

Ringo Starr was er niet . op de vraag waarom antwoordde hij laconiek  “I wasn’t there when he was born either.”