Nederland was vijftig jaar geleden in de ban van Rock & Roll; de burgers sidderden terwijl de jeugd danste en joelde. En dat alles naar aanleiding van de film ‘Rock around the Clock’ van Bill Haley en zijn Comets.
De rage van de rock & roll kwam overwaaien uit Amerika. Daar waren al enkele jaren ontwikkelingen aan de gang die ouders en autoriteiten ernstig ongerust maakten. De zwarte rythm and blues-muziek was begin jaren vijftig opgepikt door blanke muzikanten en leidde tot een muziekstijl die de jeugd het hoofd op hol bracht. De energie die van de muziek uitging en de nadruk op ritme deden volwassenen verzuchten dat het ‘apenmuziek’ was maar op jongeren had het juist een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Bovendien ging de muziek gepaard met teksten die voor die tijd ongekende toespelingen op seksualiteit bevatten; alweer een element dat jongeren beviel en ouders het hoofd deed schudden. Maar het meest controversieel was misschien nog wel het feit dat het meeslepende ritme van de muziek aanzette tot....dansen! Met afgrijzen werd de jeugd gadegeslagen die zich massaal op de dansvloer stortte, niet om zich te wagen aan een keurige foxtrot, maar om te ‘shaken’met de knieën en meisjes de lucht in te gooien.
Het Nederlandse muziekblad Tuney Tunes deed in september 1955 verslag van de gekte die in Amerika was uitgebroken. De verslaggever van het blad bevond zich op een feest in Connecticut en was duidelijk niet onder de indruk van de kwaliteit van de geboden muziek. Maar zijn grote verbazing betrof de vreemde gedragingen van het publiek: “Flessen drank worden tevoorschijn gehaald en weldra wankelt en waggelt het hele ‘publiek’ op de maat van ‘shake, rattle and roll’ door de zaal, compleet met whiskyflessen in de handen.” en “...deze dansen gaan blijkbaar volgens een geheim recept. In een moordend tempo grijpen de partners elkaar met twee handen om het middel en starten vervolgens met een gespring en een dosis ‘gooi en smijt’-werk dat een normaal mens hun bewegingen niet meer kan ‘volgen’...De grootste danswaanzin sinds de Charleston noemen de dagbladen het en de politie noch de ouders weten er raad op...”. Om de waanzin die zich van Amerika meester had gemaakt te benadrukken, deed de auteur van het artikel er nog een schepje bovenop: “De historici vertellen dat de ‘rock ’n roll’ een jaar of tien geleden is ontstaan. Via het Zuiden baande deze ‘ziekte’ zich een weg naar Californië en thans beleeft de Oostkust de finale. In verscheidene steden is de ‘rock ’n roll’ verboden, omdat hij ‘...een belemmering van de volksgezondheid en de goede moraal van de gemeenschap is’”. En tenslotte eindigde het artikel met een verontrustende mededeling: “Ook in ons land is de ‘Rythm and Blues’-muziek al populair...De grammofoonplaten van Bill Haley and his Comets vinden een gretig onthaal...”
Bill Haley wordt wel gezien als de grondlegger van de rock&roll. In ieder geval was zijn ‘Crazy man crazy’ de eerste rock&roll-plaat die in 1953 in de hitparade in Amerika kwam. Maar de echte grote doorbraak voor Bill Haley kwam met het nummer ‘Rock around the Clock’. Het nummer was al op de plaat uitgebracht toen regisseur Richard Brooks besloot het te gebruiken als thema voor zijn film Blackboard Jungle. De film laat het verhaal zien van een groep leerlingen van een school in een New Yorkse achterbuurt die in opstand komen tegen hun leraren. Hoewel de makers benadrukten dat de film bedoeld was als waarschuwing tegen de toenemende jeugdcriminaliteit, paste het verhaal moeiteloos in de rij films die in die dagen ongekend populair waren onder jongeren en allemaal opstandigheid tot thema hadden. Films als ‘The wild one’ (1953) met Marlon Brando en ‘Rebel without a cause’ (1955) met James Dean hadden veel succes en Blackboard Jungle paste in dezelfde trend.
Het gebruik van ‘Rock around the Clock’ bij de tienerfilm had enorme gevolgen. Het grote publiek maakte kennis met de rock&roll en Bill Haley stond maandenlang op nummer 1 in de Amerikaanse pophitparade. Tegelijk raakte de rock&roll-muziek versmolten met het levensgevoel uit de film: het verzet van jongeren tegen het gezag van volwassenen. In de film gooien leerlingen de jazzplaten van hun leraren kapot onder het roepen van ‘rock and roll’. Meer letterlijk dan in deze scène kon de generatiekloof niet beschreven worden. Rock&roll werd definitief de eerste exclusieve jongerenmuziekstijl en zelfs meer dan dat. De term werd een symbool voor de opkomende jongerencultuur; ruig, onconventioneel, rebels, gedurfd, sexy en jong. Uit enthousiasme bij de vertoningen van Blackboard Jungle danste het publiek mee in de bioscoopzaal en er werd met stoelen gesmeten. Bill Haley, met zijn babyface en spuuglok, stond aan de wieg van dit nieuwe fenomeen.
Lees verder =>
De commercie rook onmiddellijk z’n kansen en bracht in 1956 de eerste officiële rock&roll film uit. Niet erg origineel voortbordurend op de titelsong van Blackboard Jungle werd de officiële titel van de nieuwe film: Rock around the Clock. Met optredens van Alan Freed, Bill haley and his Comets, Little Richard en The Platters draaide de film eigenlijk alleen nog maar om de muziek, het magere verhaaltje was slechts omlijsting. Wereldwijd werd de film een enorm kassucces.
In Nederland drong de Amerikaanse rock&roll-muziek langzaam door. De single ‘Shake, rattle & roll’ van Bill Haley was in 1955 weliswaar in ons land te verkrijgen maar kreeg heel beperkte aandacht. In hetzelfde jaar werd de film Blackboard Jungle, onder de titel 'Het Zaad der gewelddadigheid', in Nederland uitgebracht (gekeurd voor achttien jaar en ouder), maar ook deze trok niet veel belangstelling.
Pas in de herfst van 1956, toen de film ‘Rock around the Clock’ in première ging, sloeg de rock&roll-koorts goed toe. Ineens was het land in de ban, overal verschenen artikelen over de nieuwe rage waarbij de afkeurende toon overheerste. Sommige publicaties beperkten zich tot een ‘recensie’ van de film zoals Jan Blokker in het Algemeen Handelsblad die zoals gebruikelijk zijn afkeer in ironie verpakte: “De heer Bill Haley, iemand uit de Verenigde Staten die een geheel nieuwe muziek heeft uitgevonden welke hij en zijn aanhangers rock and roll noemen...artiesten die niet alleen op een bas tokkelen, maar het instrument ook telkens op de grond gooien.” Maar de meeste artikelen gingen uitgebreid in op het verschijnsel rock&roll en vooral op de gevaren voor de jeugd. Zo trok in Panorama onder de titel ‘Rock ’n roll, een nachtmerrie in dollarritme’ de auteur Dick Hendrikse van leer: “Rock ’n roll heet het geluid, dat rampspoed bracht in Amerika. Het geluid, dat een spoor van verbijstering, verwildering, afschuw en laaiend enthousiasme door Amerika heeft getrokken, nu als een orkaan in Engeland woedt en binnenkort ook voor plaatselijke depressies op het continent zal zorgen.”
In kranten en tijdschriften werden eindeloos voorbeelden aangedragen van de wanordelijkheden die zich in het buitenland rond de rock&roll hadden voorgedaan. Termen als “heidens kabaal; hel en stampei in de meest letterlijke zin; belhamelneigingen; een orgie van geloei; hees geschreeuw; stuiptrekkende nozems in verwilderde bewegingen; jonge dames zo overstuur, dat ze elkaar met schoenen om de oren sloegen” werden gebruikt. En daarmee wekten de commentaren een verwachting die als vanzelf werkelijkheid werd: hoe harder het establishment tekeer ging tegen de rock&roll, hoe aantrekkelijker de jeugd het vond en hoe meer reden er was om het ook daadwerkelijk tot een paar leuke rellen te laten komen.
Toen de film ‘Rock around the Clock’ op 1 september 1959 in de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Leiden in première ging, verliepen de voorstellingen rustig. Bijna twee weken later, op 11 en 12 sepember, publiceerden vrijwel alle grote kranten opvallende artikelen (met aandacht trekkende foto’s) over de ‘Rock&Roll-koorts’ in Engeland, naar aanleiding van relletjes bij vertoning van de film in Manchester. Pas daarna deden zich ook in Nederland ongeregeldheden voor. Zo was er op 15 september in Utrecht sprake van “herrieschoppen door kleine groepjes” wat drie dagen later uitmondt in de waarschuwing dat “de film uit roulatie zal worden genomen als de jeugd zich niet beter gedraagt.” Eind september zijn er “ernstige ongeregeldheden” in Enschede en in Rotterdam is er begin oktober sprake van “herrie’. De onrust deed zich tot het eind van het jaar nog in diverse plaatsen voor.
“Dit leidde in sommige gevallen tot ostentatieve voorzorgsmaatregelen, die het gehele publiek prikkelden en kleine groepen daaruit tot een al te beweeglijke en luidruchtige opwinding brachten. Deze ‘regiefouten’ werden zowel door de politie als door de zaaldirecteuren en gemeentebesturen gemaakt... Bij de ongeregeldheden gedurende de maand oktober 1956 bij de vertoning van Rock around the Clock – nadat het in september 1956 jazzconcerten waren geweest die wangedrag bij jongeren hadden opgeroepen – kon meermalen opgemerkt worden, hoezeer juist preventieve verbodsbepalingen ergere gevolgen hadden dan de onverkorte vertoning van de film in een groot aantal plaatsen. De omvangrijkste en langst durende wanordelijkheden speelden zich te Apeldoorn af, waar vertoning van de film verboden was. (…) De moeite van het vermelden waard is nog, dat de directie van het Minerva-theater te Apeldoorn, waar de film zou draaien, ontstemd was over het verbod. Zij vreesde in het geheel niet voor haar meubilair en interieur.”
Na lang wikken en wegen – vertelt zijn vrouw – besloot de toenmalige burgemeester Des Tombe van Apeldoorn de film ‘Rock around the Clock’ te verbieden. Er kwamen berichten uit het buitenland en uit verschillende plaatsen in Nederland dat de vertoning tot ongeregeldheden en zelfs vernielingen had geleid en dat wilde de burgemeester, verantwoordelijk voor de openbare orde, voorkomen. Op zaterdag 20 oktober verscheen dan ook op het affiche in de vitrine van bioscoop Minerva dat de film op last van de burgemeester niet in het theater te zien zou zijn. Dat zette kwaad bloed. En wat begon als een onschuldig protest groeide, door onhandig optreden van de politie, tenslotte uit tot 3 dagen van onrust in Apeldoorn.
“In Apeldoorn was nooit iets te doen”, vertellen drie tieners van toen die inmiddels respectabele middelbare heren zijn geworden, “dus we hadden wel zin in een verzetje”. Op die bewuste zaterdagavond verzamelden er extra veel jongeren bij ijssalon La Venezia, er hing iets in de lucht. Er was wat rumoer over het verbod op de film maar het bleef vooralsnog bij gemopper. Toen stak de zoon van de groenteboer bij wijze van spreken de lont in het kruitvat: hij opende de ramen van de woning boven de winkel en draaide op zijn pick-up het gewraakte nummer ‘Rock around the Clock’. Terwijl de muziek over de markt schalde, begonnen mensen te dansen. Daarna liep de zaak verder uit de hand: jongeren sprongen voor een stadsbus die zich door de menigte probeerde te wurmen, anderen gooiden met bloemkolen en er werd gescandeerd: ‘Rock and roll’! De politie greep in, hield twee jongens aan en terwijl zij meegevoerd werden naar het bureau vormde zich een steeds groter wordende stoet van protesterende jongeren.
Daarmee was de toon voor de komende dagen gezet. De politie hield charges – er was een samenscholingsverbod - terwijl jongeren zich steeds weer verzamelden, borden meevoerden met de tekst ‘rock and roll’ en zich hier en daar te buiten gingen aan baldadigheden. In het politierapport van zaterdag rapporteerde brigadier Pastoor nog om 10 over 3 ’s nachts dat er enkele arrestaties zijn verricht en : “...dat de jongelui naderhand nog steeds weer door het centrum van Apeldoorn hebben gelopen en geschreeuwd van Rock and Roll. Daarbij hebben zij deze woorden op het gemeentehuis gezet en ook in de Nieuwstraat op de muur van kapper Gaston deze woorden gezet, waarbij zij tevens hebben geschreven ‘Weg met de burgemeester’.” Op zondag gingen de relletjes door waarbij, volgens het politierapport op die dag, “...gedurende de hele avond groepsvorming optrad, waarbij de kreet “Rock and Roll’ voortdurend herhaald werd en gebruik gemaakt werd van stukken karton, houten schotten van marktkramen met de bekende woorden. Hierbij vielen verschillende baldadigheden voor, zoals gooien met stenen, halve klinkers en straatstenen...” Op deze dag werd ook een ruit bij de burgemeester ingegooid, een daad die de burgemeestersvrouw zich nog goed weet te herinneren: “Die steen ging rakelings langs de slaap van mijn man.”
Uiteindelijk liepen de relletjes in Apeldoorn met een sisser af. Na vier dagen verstomden de protesten nadat de burgemeester had beloofd dat de film alsnog gedraaid mocht worden als de jeugd zich verder rustig hield. In januari 1957 ging de film alsnog in roulatie in bioscoop Minerva zonder dat er nog één wanklank werd gehoord. Ook in andere plaatsen bleek toegeven aan de wensen van de jeugd de beste oplossing. In Gouda ontstonden er rellen nadat de burgemeester daar, in oneindige wijsheid, besloten had de film wel te draaien maar zonder geluid. Dat leverde de nodige wanordelijkheden op in de bioscoopzaal. Maar toen de volgende dag besloten werd de film dan toch maar met geluid te vertonen, bleef het rustig.
De angst voor de 'nozem' was de film vooruitgesneld. Al jaren sprak er bij deskundigen en in de media een toenemende bezorgdheid over lusteloze jeugd zonder enige belangstelling. Midden jaren vijftig werd die bezorgdheid nog eens extra gevoed doordat sommige jongeren zich openlijk manifesteerden als 'anders'; een internationaal verschijnsel. "Nog maar betrekkelijk kort geleden begon het aanzien van de massajeugd te veranderen. Grote groepen van haar vertegenwoordigers begonnen zich in extravagante, opvallende, ja uitdagende kleding te steken - en naar men de indruk kreeg nog meer dan voorheen in grote bendes te opereren... Weliswaar kleden de 'Teddy Boys', de 'Nozems', de 'Halbstarken', de 'Stilyagi' zich op ongelijke wijze, maar bij allen is toch het extravagante, opvallende, uitdagende in hun kleding op te merken. In hun haardsteden wekken zij dezelfde indruk bij de gezeten burgerij: aan de bestaande orde kenden ze geen grote waarde toe, ze bezitten een negatieve en agressieve mentaliteit en ze zoeken, zich van hun bijeenhoren dof bewust, aaneensluitin. Het kan niemand verwonderen, dat deze jongeren verslingerd raken aan een vormloze, haast barbaarse mode-dans: de rock&roll, die begeleid wordt door een volstrekt onmuzikale muziek." (uit Krantz en Vercruysse)
In de praktijk bleken over het algemeen ook de nozems brave pubers die zich alleen zo nu en dan wilden uitleven en zich voornamelijk in hun kleding, met knetterende brommers en rauwe muziek wilden onderscheiden van de volwassenen. Een verschijnsel dat tegenwoordig - na de hippies, de punkers, etc. - niemand meer vreemd in de oren klinkt. Maar in de jaren vijftig was het betrekkelijk nieuw en onwennig. Meer geld en meer vrije tijd dan ooit tevoren gaven tieners de kans een eigen leven te leiden: "Het kopen van een bepaalde plaat, het kiezen van kleren en nadenken over de kleur van je schoenen waren essentiële onderdelen van het tienerleven. De straat, de ijssalon en de bioscoop waren de belangrijkste ontmoetingsplaatsen. Door de uitvinding van de transistorradio konden steeds meer tieners onafhankelijk van hun ouders naar een zelf gekozen programma luisteren." De jeugdcultuur was geboren.