De groep The Koobas werd opgericht in 1962 in Liverpool. De bandleden hadden allemaal een verleden in verschillende bandjes, zoals The Thunderbirds en The Midnights.
De groepsnaam werd soms eens gespeld als "Kubas" dan weer als "Koobas". Eind 1963 speelden ze drie weken in de Hamburgse Star Club.
Brian Epstein gad ze een contract en bracht ze onder bij PYE records.
Hun eerste single was "I Love Her"/"Magic Potion" hij geraakte niet in de hitlijsten maar ze openden wel voor The Beatles op hun laatste Britse tour.
Hierdoor kregen ze wel veel aanhang en trokken ze veel positieve pers. Toch deden hun verdere singles weinig of niets.
In 1966 verhuisden ze van Pye naar EMI-Columbia, en het jaar daarop speelden ze met The Who en toerden ze met Jimi Hendrix in Zwitserland.
In 1967 gingen ze meer de psychelische toer op en begonnen ze hun eigen materiaal te schrijven. In 1968 hadden ze een bescheiden hit met Cat Stevens "The First Cut is the deepest", maar ze werden overschaduwd door het succes van PP Arnold met de song.
Tegen het einde van 1968 versplinterde de groep, net op het moment dat EMI Columbia een eerste elpee wou uibrengen. De elpee kwam er maar The Koobas hadden opgehouden te bestaan.
De drummer, O'Reiley ging naar Yes, maar wanneer Bill Bruford van Yes terug kwam ging hij naar Bakerloo. Keith Ellis ging naar Juicy Lucy.
De groep bestond uit : Stuart Leatherwood - gitaar, zang, Roy Morris - gitaar, Keith Ellis - bas
John Morris - drums (in het begin), Tony O'Reilly - drums (later).
De groepsnaam werd soms eens gespeld als "Kubas" dan weer als "Koobas". Eind 1963 speelden ze drie weken in de Hamburgse Star Club.
Brian Epstein gad ze een contract en bracht ze onder bij PYE records.
Hun eerste single was "I Love Her"/"Magic Potion" hij geraakte niet in de hitlijsten maar ze openden wel voor The Beatles op hun laatste Britse tour.
Hierdoor kregen ze wel veel aanhang en trokken ze veel positieve pers. Toch deden hun verdere singles weinig of niets.
In 1966 verhuisden ze van Pye naar EMI-Columbia, en het jaar daarop speelden ze met The Who en toerden ze met Jimi Hendrix in Zwitserland.
In 1967 gingen ze meer de psychelische toer op en begonnen ze hun eigen materiaal te schrijven. In 1968 hadden ze een bescheiden hit met Cat Stevens "The First Cut is the deepest", maar ze werden overschaduwd door het succes van PP Arnold met de song.
Tegen het einde van 1968 versplinterde de groep, net op het moment dat EMI Columbia een eerste elpee wou uibrengen. De elpee kwam er maar The Koobas hadden opgehouden te bestaan.
De drummer, O'Reiley ging naar Yes, maar wanneer Bill Bruford van Yes terug kwam ging hij naar Bakerloo. Keith Ellis ging naar Juicy Lucy.
De groep bestond uit : Stuart Leatherwood - gitaar, zang, Roy Morris - gitaar, Keith Ellis - bas
John Morris - drums (in het begin), Tony O'Reilly - drums (later).