zaterdag 24 januari 2015

Lou Reed & The Velvet Underground

De Amerikaanse zanger en songschrijver Lou Reed werd geboren in Freeport, Long Island New York, in 1942. Reed was de zoon van een accountant en groeide op Long Island. Hij studeerde literatuur en toneel aan de Syracuse Universiteit. Na zijn studie werkte Lou Reed enige tijd als songwriter voor Pickwick Records in New York.
De Amerikaanse rockband Velvet Underground werd in 1965 opgericht door Lou Reed (zang en gitaar) en John Cale (basgitaar, viool, piano en orgel). Sterling Morrison (gitaar) en Maureen Tucker (drums) waren de andere musici van de groep. Gedurende haar bestaan was de band commercieel onsuccesvol, maar later werd de Velvet Underground gezien als één van de belangrijkste rock & roll bands van de jaren zestig.



Lou Reed was de zoon van een accountant en groeide op in Long Island (New York). Hij studeerde literatuur en toneel op de Syracuse Universiteit. Na zijn studietijd werkte Reed enige tijd als songwriter voor Pickwick Records in New York.

John Cale werd geboren in Wales in Groot-Brittannië. Nadat hij een beurs kreeg van de Leonard Bernstein Stichting kon hij in 1963 naar New York gaan voor een studie muziekcompositie. Cale speelde met John Cage en LaMonte Young, maar werd steeds sterker aangetrokken door de rock & roll.
Reed en Cale wilden met hun groep een synthese tot stand brengen tussen avant-garde, moderne literatuur en rock & roll.

De Velvet Underground ontmoette de popart-kunstenaar Andy Warhol. Warhol zag de band als een goede aanvulling voor zijn multimediaproject "The Exploding Plastic Inevitable". De kunstenaar introduceerde ook de Duitse actrice en fotomodel Nico, die korte tijd deel ging uitmaken van de Velvets.

In het voorjaar van 1966 werd het eerste album opgenomen, maar het verscheen pas een jaar later. Deze plaat bevatte de klassiekers "Heroin", "Venus in furs", "Black angel's death song" en "Sunday morning". Ook de hoes was heel bijzonder: Warhol ontwierp hiervoor de beroemde "banaanhoes". Het album verkocht slecht, mede doordat de muziek te gedurfd was en niet op de radio gedraaid kon worden.

In 1967 verliet Nico de band en werd een nieuw album "White heat / white light" opgenomen. Op deze plaat staat onder meer het zeventien minuten durende "Sister Ray". Na dit album verliet John Cale de groep. Dough Yule (gitaar) volgde hem op.
"Velvet Underground" was het derde album van de groep en bevat een conventioneler rock benadering. "Pale blue eyes", "Candy says" en "What goes on" zijn de opvallendste nummers.



Nog voor het verschijnen van het vierde album van de Velvet Underground, verliet Lou Reed de groep. "Loaded" werd een gewoon rock-album waarbij de Reed-klassiekers "Rock and roll" en "Sweet Jane" tot de beste nummers gerekend moeten worden.

Het laatste studioalbum werd "Squeeze", maar door de echte Velvet Underground fans wordt dit album niet beschouwd als een echt Velvet-album, omdat de beide oprichters Lou Reed en John Cale hieraan niet meer meewerkten.

In de jaren zeventig waren Lou Reed en John Cale erg succesvol en oogsten met hun solocarrières de roem, die de Velvet Underground had ontbeerd.
In 1989 maakten Reed en Cale weer een gezamenlijk album ter herinnering aan hun inmiddels overleden vriend Andy Warhol. Vier jaar later maakte de Velvet Underground in haar originele bezetting een korte Europese tournee, waarbij ook opnamen werden gemaakt die later verschenen.
De eerste bandjes waarin Lou Reed speelde waren Pasha & The Prophets en L.A. & The Eldorados. In 1965 richtte Lou Reed samen met de Engelsman John Cale Velvet Underground op. De Velvet Underground had weinig commercieel succes, maar groeide wel uit tot één van de invloedrijkste rockbands uit de jaren zestig, mede door het stadsidioom dat door Lou Reed werd ingebracht. Terwijl de hippies zongen over liefde en broederschap schreef Reed nummers als "Heroin", "Sister Ray", "Sweet Jane" en "Venus in furs" waarin de zelfkant van de maatschappij werd beschreven.
Na het uiteenvallen van de Velvet Underground begon Lou Reed een solocarrière. Op de eerste plaat uit 1972 ("Lou Reed") staan stukken, die eerder ook door de Velvet Underground werden gespeeld.

"Transformer" (1972) kwam tot stand in samenwerking met David Bowie en Mick Ronson en bevat het beroemde "Walk on the wild side". Hierdoor werd Reed over de gehele wereld bekend en ontstond ook vraag naar de oude albums van de Velvet Underground.

De volgende plaat werd een soort concept-album over een teloorgaande relatie tussen junks. "Berlin" (1973) werd geproduceerd door Bob Ezrin, die in die jaren veel successen boekte met Alice Cooper. De optredens van Lou Reed kregen een steeds theatraler inhoud. Reed bleekte zijn haar, schilderde zijn vingernagels en simuleerde druggebruik op het toneel. In deze periode werd hij begeleid door de topgitaristen Steve Hunter en Dick Wagner. Met deze muzikanten werden ook twee live-albums ("Rock 'n' roll animal" (1974) en "Lou Reed live" (1975)) opgenomen. Naast solowerk bevatten deze albums ook Velvet Underground klassiekers.






In de tweede helft van de zeventiger jaren verschenen een aantal albums van verschillende kwaliteit, waarop altijd een nummer stond, dat er duidelijk bovenuit sprong. Alleen op het dubbelalbum "Metal machine music" (1975) is geen enkele goede song te horen. Dit album bestaat uit non-stop elektronische herrie en werd reeds na enkele dagen uit de handel genomen.

In 1982 verscheen het verrassend goede "The blue mask". Lou Reed had nieuwe, jongere, muzikanten in dienst genomen en legde zich weer toe op het maken van gemakkelijker in het gehoor liggende nummers, waarbij veel aandacht werd besteed aan het gitaarspel.
"New York" (1989) werd zowel een commercieel als een creatief succes. Samen met John Cale maakte Lou Reed een album ter herinnering aan de popart-kunstenaar Andy Warhol ("Songs for Drella").

In 1993 vindt de hereniging van de Velvet Underground plaats. De groep toert door Europa en een aantal optredens werden opgenomen en later uitgebracht.