In Zweden is hij een superster, een legende, maar in zijn geboorteland Nederland moet het Cornelis Vreeswijk Genootschap alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat de zanger in de vergetelheid wegzakt. Het leven van Cornelis Vreeswijk (1937-1987) is op zijn minst turbulent te noemen. Hij emigreerde op 12-jarige leeftijd met zijn zus Ida en ouders naar Zweden, alwaar vader Vreeswijk een taxi-bedrijf begon. In 1961 keerden de ouders van Cornelis terug naar Nederland – hun zoon en dochter bleven in Zweden wonen. Na de middelbare school probeerde Cornelis het op de toneelschool en sociale academie, maar beide opleidingen maakte hij niet af.
Dankzij de Zweedse folkzanger Fred Åkerström werd Cornelis Vreeswijk ontdekt en in 1964 verscheen zijn eerste album 'Ballader och oförskämdheter' (Ballades en onbeschaamdheden). De lp sloeg in als een bom. De brave Zweden reageerden geschokt op de maatschappijkritische liedjes en teksten over hoeren, zwervers en meer van dat fraais. De Zweedse radio deed zijn muziek in de ban en zijn lp's werden voorzien van de beruchte doodshoofdsticker – koren op de molen van veel jongeren natuurlijk, die massaal zijn albums in huis haalden.
Het succes van Vreeswijk was de Vara niet ontgaan; de omroep haalde de zanger in 1966 naar Nederland voor enkele optredens. Het was geen groot succes en pas in 1972 verscheen zijn eerste Nederlandstalige album, met nummers als 'Veronica', 'De Nozem en de non' en 'Misschien wordt 't morgen beter'. Deze keer lukte het wel en zijn debuut bereikte de platinastatus. In de jaren die zouden volgen bracht Vreeswijk zowel in Zweden als Nederland regelmatig nieuwe albums uit, hoewel het succes in Nederland geen vervolg kreeg – al zijn latere Nederlandstalige lp's flopten.
In Zweden ontpopte Vreeswijk zich tot een gevierd en succesvol zanger, die onverdroten kritiek spuide op de keurige Zweedse samenleving. Zijn privéleven was een dankbaar doelwit voor de roddelpers; drank, drugs, drie mislukte huwelijken, aanvaringen met de politie (hij belandde in de cel nadat hij in bezopen toestand twee travestieten uit zijn huis gooide) en de belastingdienst – het publiek smulde ervan. In 1985 werd bij Vreeswijk leverkanker geconstateerd; hij sleet zijn laatste jaren in armoede, alleen en verlaten. Wrang detail is dat hij de laatste maand van zijn leven het ziekenhuis moest verlaten; hij kon de rekeningen niet meer betalen. Op 12 november 1987 overleed Cornelis Vreeswijk op 50-jarige leeftijd.
Sindsdien is er veel veranderd. Vreeswijk wordt nu gezien als een van de belangrijkste Zweedse zangers van de twintigste eeuw. Elk jaar vindt in het het Mosebacke theater in Stockholm een Vreeswijk-muziekfestival plaats en er is zelfs een park naar hem vernoemd. Anno 2007 klinkt de gruizige stem van Cornelis Vreeswijk en zijn mix van socialisten-blues en troubadour-achtige folk nog steeds bijzonder plezierig.