dinsdag 3 mei 2016

Folkrock

Het Engelse woord folk duidt binnen de pop de volksmuziek aan. In principe is iedere vorm van traditionele muziek - liederen die doorgegeven worden van generatie op generatie en al eeuwen streekgebonden - te markeren als volksmuziek, maar folk is toegespitst op popliedjes die gebaseerd zijn op, dan wel elementen overnemen van met name de Amerikaanse country en Keltische muziek. Andere vormen van traditionele muziek of muziek die op zo'n culturele traditie gebaseerd is, vallen onder de wereldmuziek.

Aanvankelijk lijken de stromingen folk en singer-songwriter hand in hand te gaan. In Amerika staan in de jaren vijftig en zestig mannen en vrouwen op die gewapend met een akoestische gitaar, indringende stem en scherpe tong het onrecht te lijf gaan. Singer-songwriters zijn het geweten van de pop, en dat zullen ze tot midden jaren zeventig blijven. Ze hebben een onuitwisbare indruk op de rockmuziek gemaakt, waarvan de teksten in beginsel doorgaans niet anders dan de liefde bezongen. Singer-songwriters tonen beat- en garagebands dat je muziek niet alleen meerwaarde kunt geven door wát je zingt, maar ook door hóe je dat zingt; welke woorden je daarvoor gebruikt. Het maakt de popmuziek meer literair en/of poëtisch. Omgekeerd gaat de opkomst van de beat en garage ook niet aan de singer-songwriters voorbij, waarvan er enkelen al snel hun akoestische gitaarliedjes laten ondersteunen door een heuse, elektrisch versterkte band. De folkrock is dan geboren. Tot groot verdriet van puristische folkliefhebbers, overigens.



De eerste en belangrijkste folkrockgroep van Nederland is Fungus. Opgericht in Vlaanderen, in 1972, rond Bob Dekenga (accordeon, gitaar, toetsinstrumenten, zang) en Kees Maat (accordeon, orgel, piano, zang), om zich toe te leggen op het uitvoeren van Engelse en Schotse folk. Ondanks het folkvriendelijke klimaat van de jaren zestig en zeventig, staat de Nederlandse folk dan nog in de kinderschoenen. De toenemende belangstelling voor vaderlandse muzikale roots is uiterst puristisch georiënteerd, terwijl de meer progressieve folkmuzikanten hun inspiratie ontlenen aan Angelsaksische voorbeelden en aan Nederlandse tradities geen boodschap hebben. In 1974 is Fungus de eerste band die Nederlandse volksmuziek en folkrock durft samenbrengen. De titelloze debuutelpee, die naast Nederlandse traditionals nog voor de helft Brits materiaal bevat, wordt Fungus' meest succesvolle plaat, vooral dankzij de hitsingle Kaapren Varen. Van het debuutalbum worden in 1974 circa 18.000 exemplaren verkocht. Fungus staat daarop als enige Nederlandse groep op het Pinkpop Festival en er wordt succesvol getourd door België, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. In 1975 treedt Rens van der Zalm tot de band toe, die behalve elektrische gitaar ook volksmuziekinstrumenten als mandoline, doedelzak en fiddle inbrengt en daarmee de band van een meer 'authentiek' sausje voorziet. Toch zal het succes rond het debuut nooit meer geëvenaard worden, ten dele ook door een veranderend muzikaal klimaat (eind zeventig is de tijd van de punk), waarop de band in 1979 wordt opgeheven. Van der Zalm voegt zich daarop bij Fungus' meer puristische navolger Wolverlei, terwijl Piek met contrabassist Wim Kerkhof de folkband Amazing Stroopwafels in het leven roept.