maandag 28 augustus 2017

Golden Earring (deel 2)

Terwijl de meeste Nederlandse popbands uit de jaren zestig struikelen over de drempel naar de jaren zeventig, komt de Golden Earring – zoals de band zich inmiddels is gaan noemen – juist sterk en zelfverzekerd uit het decennium tevoorschijn. De eerste Amerikaanse tournees hebben zowel muzikaal, visueel en technisch voor een onbetaalbare schat aan nieuwe ideeën gezorgd. De jaren zeventig gaan voor de Golden Earring dan ook voorspoedig van start. Met de komst van drummer Cesar Zuiderwijk ontstaat de nog altijd klassieke bezetting.

Het titelloze album – door fans ook wel tot Wall Of Dolls gedoopt – dat in dat jaar verschijnt, laat horen dat Cesar Zuiderwijk inderdaad het ontbrekende stukje van de puzzel is. Zijn even virtuoze als energieke spel past perfect bij de gedreven sound van de Golden Earring nieuwe stijl. De tijdloze rocksong Back Home levert de band een nieuwe single hit op.



De albums Seven Tears (1971) en Together (1972) laten horen hoe de band zijn groepsgeluid verder uitdiept. Holy Holy Life (1971), She Flies On Strange Wings (1971), Buddy Joe (1972) en Stand By Me (1972) bezorgen de Golden Earring nieuwe single-hits. De band treedt ondertussen veel op, in mei 1970 onder anderen voor het eerst op het Pinkpop festival, dan nog in Geleen. In 1972 toert de band door Europa, als special guest van The Who. Het is een inspirerende onderneming, die bovendien waardevolle contacten oplevert. Het resultaat is een platencontract op bij het prestigieuze label Track, waar ook de albums van The Who en – eerder – Jimi Hendrix verschenen. De belangrijke Britse markt komt daarmee open te liggen voor de Golden Earring.

Golden Earring ambieert in 1973 om een album te maken dat zowel artistiek als commercieel van internationale allure is. Er wordt veel tijd gestoken in het schrijven en opnemen van wat uiteindelijk Moontan zal worden. De missie slaagt glansrijk. Candy’s Going Bad, Radar Love, Just Like Vince Taylor en The Vanilla Queen behoren tot het beste dat de band tot dan toe geschreven heeft. Een uitstekende productie en gastbijdragen van o.a.  Bertus Borgers (saxofoon) en Eelco Gelling (gitaar) dragen verder bij aan het resultaat.

Zowel Moontan de eerste single Radar Love zijn een doorslaand succes. Eerst in Nederland, dan in de rest van Europa en uiteindelijk ook in Amerika – waar het album in 1974 verschijnt. Radar Love wordt er zelfs een grote hit, met een 13e plaats als hoogste notering. Het nummer zal in de jaren erna echter vooral uitgroeien tot een van de ultieme car songs, die nog dagelijks op de Amerikaanse radiozenders te horen is. Radar Love is in de achterliggende decennia dan ook gecoverd door honderden internationale acts, waaronder U2, White Lion, Ministry en Def Leppard. Zowel de single als het album vormen een onbetwiste mijlpaal in de Nederlandse popgeschiedenis.

Het succes van Radar Love en Moontan stelt de Golden Earring ook weer in staat om op tournee te gaan in Amerika. Zowel in het voor- als in het najaar wordt het land intensief doorkruist. De band deelt het podium met andere grootheden als The Doobie Brothers, J. Geils Band, Boz Scaggs en ZZ Top. In juni 1974 speelt de Golden Earring, samen met The Who, zelfs tweemaal in de prestigieuze Madison Square Garden in New York. Later dat jaar treedt de band op met bands als Aerosmith en Santana, maar is inmiddels ook in staat om op eigen kracht de hallen te vullen. De wereld ligt aan de voeten van het Haagse kwartet.

Om het geluid van de band vooral live meer body te geven wordt in 1974 toetsenist Robert Jan Stips, voorheen van Supersister, aan de band toegevoegd. Hij is ook luid en duidelijk te horen op Switch, de belangrijke opvolger van Moontan die in 1975 uitkomt. Met de korte songs, de belangrijke rol voor keyboards en meer progressieve songstructuren is het album een nadrukkelijke stijlbreuk met het door gitaren gedomineerde Moontan. De recensies zijn positief, maar tijdens nieuwe tournees door Amerika blijkt dat het grote publiek het toch af laat weten. De single Kill Me (Ce Soir) wordt jaren later wel gecoverd door de Britse metal band Iron Maiden, waarvan bassist en bandleider Steve Harris een hartstochtelijke Earring-fan is.



In 1976 verschijnt To The Hilt; een tamelijk introverte plaat, dat in muzikaal opzicht wel een van de betere albums van de band is. Het zorgt er echter niet voor dat de kansen van de band keren en nog datzelfde jaar trekt Robert Jan Stips zelfs de conclusies. Zijn opvolger is de gitarist Eelco Gelling, een virtuoos die voorheen vooral actief is in Cuby + Blizzards. Samen met hem wordt orde op zaken gesteld, met als resultaat het vitale rockalbum Contraband, dat overigens met een andere titel – Mad Love – en een ietwat gewijzigde songselectie in Amerika uitkomt.

De band leeft weer op. Dat is vooral te horen op Live, een live in Londen opgenomen dubbelaar waarop de Golden Earring tot grote hoogten stijgt. Terwijl live albums doorgaans stoplappen zijn – bruggen tussen twee ‘echte’ albums – blijkt het voor Golden Earring een belangrijke plaat. De registratie verkoopt zowel in het binnen- als in het buitenland opvallend goed. De internationale ambities laaien dan ook weer op wanneer een nieuw studioalbum opgenomen wordt. Grab It For A Second wordt gemaakt met de Amerikaanse producer Jimmy Iovine, die in eigen land succes heeft met zijn werk voor John Lennon, Patti Smith, Meat Loaf en Bruce Springsteen.

In artistiek en commercieel opzicht levert de samenwerking echter niet het gewenste resultaat, wat ook tijdens een nieuwe Amerikaanse tournee duidelijk wordt. Tijdens de concertreeks wordt ook merkbaar dat er geen basis meer is om verder te gaan met Eelco Gelling. Hij blijft de band voor de resterende data vergezellen, maar de band speelt weer als het vertrouwde kwartet.

‘Terug naar de basis’ is ook de gedachte die gekoesterd wordt tijdens het maken van No Promises No Debts, de nieuwe studioplaat. Een eenvoudige studio, geen dure producers. Het blijken het ideale recept voor een sterk album. Het representatieve liedje Weekend Love wordt een hit, waarmee het decennium met een positieve noot eindigt.