donderdag 11 oktober 2012

Geschiedenis van de gitaar (3)

In het zuiden van de Verenigde Staten begon de muziek zich te ontwikkelen toen Afrikaanse en Europese invloeden zich via zwarte en blanke mensen ging vermengen. Vrijwel zeker is dat de met huid bedekte kalebasinstrument de voorloper is van de huidige banjo. Ook maakten slaven in die tijd zelf gitaren van grote sigarenkisten bezemstokken en touw. Maar de meeste gitaren van het toenmalige koloniale Amerika werden gemaakt in Engeland.
In het zuidwesten van de VS speelden Mexicanen zowel op de gitaar als op de uit de zestiende eeuw stammende vihuela. Spaanse missionarissen namen de instrumenten mee naar Californië en cowboys gebruikten de gitaar ook om 's nachts de kuddes op de prairie rustig te houden.

De Blues muziek is ontstaan in de Mississippi-delta, ontwikkeld uit werkliedjes, uiroepen en andere veldkreten. Harmonische gospelmelodieën kregen vaak een begeleiding van de banjo en later van primitieve gitaren, die soms werden bespeeld met een metalen staaf (slide) of flessenhals (bottleneck) om één van de vingers hals-hand. Door hiermee over de snaren te glijden ontstond een klagend en jankend geluid dat zo typerend is voor de blues, maar nu ook veel in andere muzieksoorten wordt gebruikt.
Muziek had zowel op het platte land van het zuiden als in het midden-westen altijd een belangrijke rol in de religie gespeeld. Alle sociale activiteiten draaiden destijds om godsdienst. De gitaar werd vaak bespeeld op boerderijen, plantages en mijnwerkerskampen. Het instrument nu eenmaal gemakkelijk te vervoeren, was relatief niet duur en bijna iedereen kon er wel drie of vier akkoorden mee leren spelen.

In de grote steden namen arme mensen de gitaar mee de straat op. De Amerikaanse blues, country & western en folkmuziek waren om dezelfde redenen georiënteerd op de gitaar: niet duur, makkelijk te vervoeren, eenvoudig te bespelen en klinkt goed.
In jazzgroepen in New Orleans en Chicago had de gitaar het minder makkelijk. Hoe hard de gefrustreerde gitarist ook aansloeg, hij kwam nooit boven de blazers en piano's uit. Maar al gauw konden deze zichzelf miskennende gitaristen wraak nemen via de contactmicrofoon, waardoor het instrument kon worden versterkt. Eddie Durham zou wel eens de eerste muzikant kunnen zijn geweest die elektrisch gitaar heeft gespeeld.
Ware het niet dat in 1925 ene Lester William Polfuss (Les Paul) een uitvinding had gedaan die de klank van de gitaar niet alleen versterkte, maar er ook een heel eigen uniek geluid aan gaf. Les Paul wordt daarom ook als de uitvinder van de elektrische gitaar beschouwd.