dinsdag 18 juli 2017

Golden Earring (deel 1)

Golden Earring heeft een unieke plaats in de Nederlandse popmuziek. De band scoort met Radar Love en Twilight Zone twee wereldhits. Zowel in de jaren zestig, zeventig als tachtig wordt er getoerd in de Verenigde Staten. Na het single- en lp-debuut in 1965 blijft de band in de decennia die volgen nieuw werk uitbrengen, met The Hague uit 2016 als het meest recente wapenfeit. De klassieke bezetting van de band ontstaat in 1970 en is nog altijd in ongewijzigde vorm bij elkaar. Golden Earring treedt nog altijd elke maand op, in vrijwel altijd uitverkochte zalen, feesttenten en theaters, met elektrische en akoestische shows. Geen enkele andere Nederlandse band die ook maar in de buurt van deze statistieken komt.

DE JAREN ‘60

De eerste contouren van de Golden Earring ontstaan in de vroege jaren zestig in de Terletstraat in Den Haag. De buurjongens Rinus Gerritsen en George Kooymans ontdekken een gemeenschappelijke passie voor muziek en besluiten een bandje te formeren. Het prille gezelschap doopt zich aanvankelijk tot The Tornadoes, maar wanneer die naam al door een andere band geclaimd blijkt te zijn, wordt uitgeweken naar The Golden Earrings – vrij naar een nummer van de Britse band The Hunters.



In Den Haag en Scheveningen ontstaat een levendige muziekcultuur, die zich afspeelt in talloze zalen, clubhuizen en sociëteiten. The Golden Earrings zijn er al snel bekende gezichten. Een optreden op de Scheveningse Pier wekt de interesse van Freddy Haayen, die net zelf zijn eerste stappen in de muziekwereld zet. Hij bezorgt de jonge band een contract met platenmaatschappij Polydor en zal zich in de jaren die volgen manifesteren als de bevlogen manager en producer van de Golden Earring(s).

In 1965 debuteert de band met het album Just Earrings en de single Please Go. Vanaf dat moment vormt de band, samen met The Motions en even later Q65, de voorhoede van de Haagse beat scene die jarenlang de Nederlandse popmuziek domineert. The Golden Earrings geven al vroeg blijk van hun ambitie door de muffe sfeer van de Nederlandse studio’s te ontvluchten en de tweede single That Day in de PYE studio in Londen op te nemen.

De jaren die volgen laten een spectaculaire groei zien. Van een schuchtere beat band ontpopt The Golden Earrings zich tot een zelfverzekerd gezelschap dat zich met speels gemak nieuwe invloeden eigen maakt. De singles die verschijnen getuigen daarvan:  In My House (1967), Sound of the Screaming Day (1967), Together We live Together We Love (1967), I’ve Just Lost Somebody (1968), Dong-Dong-Di-Ki-Di-Gi-Dong (1968), Just a Little Bit of Peace In My Heart, Where Will I Be (1969) en Another 45 Miles (1969). Het zijn stuk voor stuk Top 40 hits. De band maakt ook veel indruk met de langspelers die verschijnen: het ultieme beat-album Winter Harvest (1967), het meer psychedelische Miracle Mirror (1968) en het kleurrijke dubbelalbum On The Double (1969).

Het is overigens geen proces dat zonder personele consequenties blijft. In 1967 wordt zanger Frans Krassenburg vervangen door Barry Hay. De nieuwkomer blijkt veel beter te passen bij het nieuwe geluid dat de band zich aanmeet. Het feit dat de zanger vloeiend Engels spreekt, bezorgt de band een extra voorsprong op de vele andere groepen die op dat moment in Nederland actief zijn. In 1969 maakt Jaap Eggermont plaats voor Sieb Warner, die overkomt uit The Motions.



De sluimerende internationale belangstelling voor het Nederlandse popfenomeen wordt door Freddy Haayen aangegrepen om in 1969 een Amerikaanse tournee op te zetten. Het is het eerste avontuur van een Nederlandse band in dat land. Het is daarom geen trip die zonder problemen verloopt, maar The Golden Earrings delen wel het affiche met illustere acts als Led Zeppelin, Sun Ra, John Lee Hooker en Joe Cocker. Later dat jaar steekt de band opnieuw de oceaan over, ditmaal ter promotie van het album Eight Miles High dat in Amerika door Atlantic wordt uitgebracht. Het album, met een uitgesponnen cover van The Byrds als titelnummer, bewijst dat de band nog steeds verder groeit.