Halverwege de jaren zestig is Den Haag uitgegroeid tot dé muziekstad van Nederland. De muziek die dan populair is, heet beat. De bekendste Haagse bands in die jaren zijn The Golden Earrings, The Motions, The Haigs en Q65. Naar verluid telt de stad in 1966 maar liefst tweeduizend bands. De muzikanten verzamelen zich in Servaas, één van de eerste muziekwinkels die elektrische apparatuur uit Amerika importeerde. In eerste instantie staan vooral Britse en Amerikaanse covers op het repertoire, maar al snel worden ook eigen nummers geschreven. Please Go van The Golden Earrings is in 1965 de eerste grote beathit. In die jaren is de Haagse beatscene op zijn hoogtepunt: er zijn hits voor The Golden Earrings (o.a. That Day), The Motions (Wasted Words, Why Don't You Take It), Sandy Coast (A Girl Like You en And Her Name) en Q65 (The Life I Live), Golden Earring-manager Jacques Senf (ook wel de ‘beatkoning’ genoemd) opent zijn eigen beatclub Club 192 aan de Scheveningse pier, in de Haagse GTB-studio ontstaan vele hits en het bureau van Paul Acket (ook uitgever van de populaire muziekbladen Muziek Express en Popfoto) organiseert vanuit de Hofstad vele concerten in Nederland. Het is met recht dat Den Haag in die jaren het Liverpool van Nederland wordt genoemd.