Als soloartiest was Robbie Robertson aanvankelijk het meest succesvol van de vijf, als producer (Beautiful Noise van Neil Diamond) en als schrijver van muziek voor films (soundtracks), alvorens in 1987 terug te keren als muzikant met een goed ontvangen en naar hemzelf genoemd soloalbum. Ook zijn tweede album Storyville was artistiek geslaagd. Het geeft een indruk hoe de muziek van The Band zich misschien zou hebben ontwikkeld als de groep in ongewijzigde samenstelling was blijven voortbestaan. Toen hij zijn Indiaanse afkomst ging onderzoeken, leidde dit tot twee albums waarin hij probeerde een synthese tot stand te brengen tussen de muziek van de Native Americans en de rockmuziek.
Levon Helm boekte succes als acteur in Coal Miner's Daughter (een biografische film over Loretta Lynn) en maakte met wisselend resultaat een aantal soloalbums. Voor zijn laatste prestaties op dit gebied, Dirt Farmer en Electric Dirt, waarin hij zijn oude vorm weer teruggevonden heeft, ontving hij in 2008 en 2009 Grammy Awards.
Ook de andere Band-leden bleven muziek maken, zij wisselden sessie-werk af met optredens. Rick Danko bracht ook enkele soloalbums uit. Ook Garth Hudson deed dat, samen met zijn vrouw Maud Hudson. De muziek die de wendbare muzikant Hudson maakt, heeft weinig meer te maken met die van The Band.