zaterdag 20 juni 2015

Bamboe panfluit


De man bespeelt de bamboe panfluit die de Wajana, een Indianenvolk in het binnenland van Suriname, gebruiken in combinatie met een schildpadschild. De speler houdt het schild onder zijn linkerarm en strijkt er met zijn rechterhand overheen. Zo ontstaat één toon. Tegelijkertijd gebruikt hij zijn linkerhand om de panfluit te bespelen en voert hij een dans uit.
Indianen bespelen fluiten als vrijetijdsbesteding. Het zijn vooral mannen die fluiten bespelen. Naast de panfluiten zijn er enkelvoudige bamboe fluiten van verschillende lengtes en kleine benen fluiten met drie of vier speelgaatjes. De Wajana kennen ook dwarsfluiten van bamboe waarvan één soort met de neus wordt bespeeld. Tijdens dansen wordt ook gezongen. De liederen zijn vrij monotoon.
Dit voorwerp is verzameld door Claudius Henricus de Goeje, 1879-1955. Hij nam deel aan expedities die in het begin van de twintigste eeuw werden uitgezonden om Suriname in kaart te brengen. In 1907 was hij expeditieleider bij de Toemoekhoemak-expeditie, die voor het eerst de zuidgrens van Suriname bereikte.