zaterdag 2 februari 2013

Ivan Heylen




Heylen groeide op in het arbeidersmilieu als zoon van een boerendochter (Lea Van de Velde) en een trucker. Zijn vader was ook actief als toneelschrijver en in de fanfare, waardoor Ivan Heylen als kind al trompet, mandoline, accordeon en fluit kon spelen. Gitaar mocht niet, dat was "té rock-'n-roll".
Hij studeerde onder meer te Zelzate voor laborant en was twee jaar actief als straatmuzikant in Antwerpen, waar hij bekend was in het kunstenaars- en hippiesmilieu met basis café De Muze. Hij trouwde en werd daarom ook laborant bij Union Carbide (op Linkeroever). Het huwelijk hield 13 jaar stand, tot 1982, en het echtpaar kreeg vijf kinderen.
Op muzikaal vlak speelde Heylen een tijd gitaar in de groep The Bluejeans.

In 1972 won Ivan Heylen de prestigieuze kleinkunstwedstrijd van het druivendorp Hoeilaart en hij kreeg, behalve 5 kilo druiven, ook een auditie bij de radio en meteen daarna een contract bij platenmaatschappij Decca, dat aangespoord door onder anderen BRT-producer en kleinkunstkenner Jan Gheysen zijn debuutsingle "De werkmens", met als B-kant "Gustaaf", uitbracht in een productie van Al Van Dam. "De werkmens" werd binnen drie weken een hit met grote sociale uitwerking in Vlaanderen en stond 17 weken in de Vlaamse BRT Top 10. In het nummer zingt Heylen over het harde, robuuste leven van de werkende man. De regel "A zet a hier" werd overbekend. Een vroege videoclip toonde hem werkend in een tuin, terwijl hij het nummer zong. De volgende single, De wilde boerndochtere, werd een nog grotere hit en belandde drie weken lang op nummer 2 in de Vlaamse hitlijsten. In Nederland werd het een nummer één-hit die wekenlang de hitparade aanvoerde. Van het nummer werden maar liefst 250.000 singles verkocht. Het blad Humo riep "De werkmens" in 1973 uit tot "Lied van het Jaar" en het jaar daarop plaatste Humo het nummer "De wilde boerndochtere" op plaats 2. In 1982 forceerde de kleinkunstenaar nog een toptienhit met "Jef", een Brel-vertaling. "De wilde boerndochtere" stond in een gemoderniseerde versie 23 weken nummer 2 in de Vlaamse hitparade in 1999.

Heylens stijl werd gekenmerkt door een rauw Oost-Vlaams dialect en een eenvoudige, pittige muzikale begeleiding. Hij zong over lust zonder een blad voor de mond te nemen en schuwde ook schuttingtaal niet. Voor Heylen komt het gevoel op de eerste plaats. De melodische opbouw, het arrangement, de begeleiding e.d. zijn van minder belang dan de trefzekere zeggingskracht. Hij is meer verteller dan zanger. Qua stijl is zijn muziek een mengeling van volksmuziek, rock, blues en kleinkunst.

Heylen bracht en brengt nog steeds muziek uit, maar kende nooit meer het grote commerciële succes van "De werkmens" en "De wilde boerndochtere".
In 1977, na meer dan duizend optredens in Duitsland, Nederland en Vlaanderen, trok Heylen zich tijdelijk terug uit het podiumleven en keerde hij terug naar Assenede. Daar baatte hij in een oude smidse het café De Muiter uit. In 1978 bracht hij de filosofische dichtbundel Eeuwig Verlangen uit en de elpee Liefde een a-commercieel werk. In 1979 werd hij sterjournalist voor het magazine Panorama-De Post (thans P-Magazine) en maakte hij meer dan zevenhonderd diepte-interviews (één per week, 15 jaar zonder onderbreking, verlof of pauze). Ook werd hij columnist voor het maandblad Playboy en schreef hij als freelancer coverstory's voor diverse grote Vlaamse weekbladen, zoals Humo en Dag Allemaal. Ook Vrij Nederland publiceerde Heylen.

In 1989 bracht Heylen het boek Het Geslacht Planckaert uit, over de wielrennersfamilie Planckaert. Hij schreef in 1991 ook het scenario voor een tv-special. Samen met Eddy Planckaert bracht hij datzelfde jaar ook enkele nieuwe nummers uit, waaronder "We Got To Win" en "Hé Schoon Wijveken". Heylen schreef ook een aantal boeken, waaronder 2000 jaar seks in Vlaanderen, De Flandrien en De wilde boerndochtere, een traditionele volksroman op krantenpapier.

Heylens passie voor de wielersport hielp hem toen hij in 1992 tijdens de Ronde van Frankrijk de rol van contactpersoon tussen de journalisten en ploegleiding van de Tulip-wielerploeg vervulde. In 1993 bracht hij voor Radio Donna tijdens de Tour verslag uit. Kort daarna schreef hij een filmscenario rond de Tour dat door de filmcommissie werd afgewezen vanwege "onverfilmbaar".